Straling is overal om ons heen, van de zon tot de straling van onze mobiele telefoons en magnetrons. Sommige straling is hoog in energie. Dit noemen we ioniserende, of radioactieve straling. Radioactieve straling bereikt ons vanuit de ruimte of kan kunstmatig worden geproduceerd. Denk dan bijvoorbeeld aan de straling bij een röntgenfoto of bij de productie van kernenergie.
Ioniserende en niet ioniserende straling
Straling kan hoge of lage energie hebben. Straling met lage energie noemen we niet-ioniserende straling. Dit is bijvoorbeeld de straling van het licht van de zon, straling van een mobiele telefoon of de magnetron.
Straling met hoge energie noemen we ioniserende straling, of radioactieve straling. De meeste radioactieve straling komt niet van door mensen gemaakte bronnen of medische apparaten, maar komt uit de natuur zelf. De bodem, de lucht en de zee bevatten radioactieve stoffen, en ook van de zon en verder weg in het heelal komt er straling op ons af.
Te veel straling
Blootstelling aan radioactieve straling hoort dus bij ons leven op aarde. En gecontroleerd gebruik van straling in de medische wereld is onmisbaar bij de diagnose en behandeling van verschillende ziekten. Maar te veel of ongecontroleerde blootstelling kan voor gezondheidsschade zorgen. Iedere blootstelling verhoogt de kans op het ontwikkelen van kanker, op latere leeftijd. Daarnaast bestaat ook de kans op het ontwikkelen van (acute) stralingsziekte als de stralingsdosis zeer hoog is.
Bij stralingsincidenten en kernongevallen kan radioactief materiaal en straling vrijkomen. Bijvoorbeeld bij een brand in een stralingslaboratorium, een ongeval tijdens transport van radioactief materiaal of een ongeval in een kernenergiecentrale.
Stralingsincidenten komen gelukkig zeer zelden voor, maar ze kunnen grote gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan de ongevallen in Tsjernobyl en Fukushima. Na het kernongeval in Fukushima zijn de nucleaire installaties in Nederland getest op de veiligheid. Daar leest u meer over op de website van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming.
Hoe zien we toe op straling?
Bij handelingen met bronnen van radioactieve straling staat veiligheid voorop. Daarom zijn er in Nederland zijn er wetten en regels. De overheid handhaaft deze regels en oefent toezicht uit. Op deze pagina leest u meer over wetten en regels over veiligheid.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu onderzoekt stralingsniveaus in Nederland. En als er stralingsincidenten zijn, brengt het RIVM de effecten daarvan in kaart. Het RIVM meet ook jaarlijks de hoeveelheid radioactieve straling uit de nucleaire installaties in Nederland, zoals bij de kerncentrale in Borssele. Op de website van het RIVM kunt u meer lezen over radioactieve straling.
Een andere organisatie, de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) let erop dat de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming in Nederland voldoen aan de hoogste eisen. Daarvoor stelt de ANVS regels op en voeren ze controles uit. En verlenen ze vergunningen.
Veiligheid in nucleaire installaties
Ook bij het bouwen en in bedrijf nemen van nucleaire installaties staat veiligheid voorop. Daarom moet de bouw aan veel eisen voldoen. En worden werkzaamheden veilig uitgevoerd. Daar leest u meer over op de pagina De veiligheid van een kerncentrale.