Nederland werkt aan schone energie van dichtbij. Kernenergie is een betrouwbare aanvulling op wind- en zonne-energie. In de zoektocht naar een geschikte locatie voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales maakt het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) bekend welke 7 locaties in 4 gebieden worden onderzocht.
Van 16 mei tot en met 26 juni 2025 kunt u reageren op het plan van aanpak om deze locaties te onderzoeken. Dit staat in de zogeheten concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (cNRD). U kunt online reageren of een van de informatieavonden bijwonen.
Ook zijn het participatieplan en de technische haalbaarheidsstudies gepubliceerd. De studies zijn uitgevoerd op één van de locaties, namelijk in Borssele. De resultaten laten zien dat de bouw van twee kerncentrales haalbaar is in Nederland, maar dat aanpassingen aan de locatie Borssele noodzakelijk zijn.
Stand van zaken projectprocedure
De concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau is het onderzoeksplan voor de locaties die het ministerie gaat onderzoeken en maakt deel uit van de projectprocedure. De projectprocedure wordt doorlopen om een geschikte locatie te vinden voor de kerncentrales. In deze fase moeten alle zeven locaties worden onderzocht om tot een juridisch houdbaar besluit te komen. Het onderzoek richt zich op zeven mogelijke locaties in vier gebieden:
- In het Sloegebied: het EPZ-terrein in Borssele en het voormalig Thermphos-terrein in Vlissingen
- In Terneuzen: Mosselbanken/Paulinapolder
- Op de Maasvlakte II: Alexiahaven-westzijde
- In de Eemshaven: Westereemsweg/Emmapolder, Eemshavencentrale en Eemscentrale
Klik op de afbeelding om deze te vergroten
Reageren op de cNRD
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kunt u van 16 mei tot en met 26 juni online een reactie indienen op de cNRD, of tijdens een van de informatieavonden. Ook leest u hier de antwoorden van het ministerie op de reacties op de vorige stap in de procedure namelijk het Voornemen en Voorstel voor Participatie (VenP).
Vervolg projectprocedure
Het onderzoek bestaat uit een milieueffectrapportage (plan-MER) en een Integrale Effecten Analyse (IEA). Het plan-MER brengt per locatie de effecten op het milieu in kaart. De IEA beschrijft naast milieuaspecten (uit de plan-MER) ook aspecten rond omgeving, kosten, techniek en toekomstvastheid. Toekomstvastheid gaat bijvoorbeeld over de raakvlakken met andere projecten die in dezelfde gebieden spelen, zoals ammoniakopslag, waterstofinfrastructuur en aanlandingen voor windenergie op zee. Omgeving gaat onder andere over bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak; dit wordt ook meegewogen bij het locatiebesluit (de zogeheten Voorkeursbeslissing).
Op basis van de informatie uit de onderzoeken (plan-MER en IEA) zal de minister van Klimaat en Groene Groei (KGG) samen met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) een locatiebesluit opstellen en na de zomer van 2026 publiceren. Dit locatiebesluit geeft duidelijkheid over de locatie waar de kerncentrales gebouwd kunnen gaan worden.
Minister Hermans van KGG: “Als na het uitvoeren van de onderzoeken meerdere locaties geschikt blijken te zijn voor de bouw van de kerncentrales, zal het kabinet de voorkeur geven aan een locatie in Zeeland.”
Technische haalbaarheidsstudies: wet- en regelgeving, ruimte, kosten en tijd voor de bouw
Drie bouwers van kerncentrales (EDF France, Westinghouse en KNHP) voerden de technische haalbaarheidsstudies uit op locatie Borssele (EPZ-terrein). Na afloop van de studies heeft KNHP aangegeven in een aantal landen, waaronder Nederland, niet meer beschikbaar te zijn voor de bouw van de kerncentrales.
Aan de bouwers is gevraagd te onderzoeken of hun ontwerpen van de kerncentrales voldoen aan de Nederlandse wet- en regelgeving, of ze op een terrein binnen Borssele passen, wat een inschatting is van de benodigde bouwtijd en wat de geschatte kosten zijn. Een onafhankelijk bureau heeft de bevindingen vervolgens gecontroleerd in de zogenaamde Third Party Review (TPR).
De resultaten van de technische haalbaarheidsstudies tonen aan dat de bouw van de kerncentrales haalbaar is in Nederland. De technische haalbaarheidsstudies hebben veel nieuwe kennis opgeleverd over de locatie Borssele, maar ook over wat er nodig is op andere locaties om de technische haalbaarheid te onderzoeken.
Uit de studies blijkt dat zes factoren de meeste invloed hebben op de kosten en de tijd die nodig is voor het project: (de afwezigheid van) transportinfrastructuur, ondergrond en funderingen, koelwateroplossing, beschikbaar land en bouwplanning, externe risico’s en benodigde overstromingsbescherming. Deze factoren worden meegenomen in de studies naar de andere locaties.
Resultaten studies voor Borssele
Het ministerie verwacht dat bij alle locaties aanpassingen nodig zijn om de bouw van kerncentrales mogelijk te maken. Er dient aanvullend technisch onderzoek te worden gedaan voor de andere locaties om een goede vergelijking te kunnen maken. Het is daarom nu nog te vroeg om conclusies te trekken over de locatie voor de bouw van de kerncentrales.
Voor de locatie Borssele (EPZ-terrein) concludeert de onafhankelijke partij in de TPR dat de ontwerpen van de bouwers technisch haalbaar zijn. Duidelijk is dat er grote aanpassingen aan de locatie Borssele nodig zijn om een keuze te behouden tussen de verschillende ontwerpen. Zo is het verleggen van de dijk en infrastructuur (zoals het spoor en de gasleiding) tussen de bestaande kerncentrale en het onderzochte terrein noodzakelijk. Ook is er te weinig ruimte voor bouwterreinen, dus zijn extra bouwterreinen in de directe omgeving nodig. Met deze aanpassingen kunnen beide ontwerpen van EDF France en Westinghouse ingepast worden op deze locatie, hoewel dit gepaard zal gaan met een forse impact op tijd en kosten.
Kosten en planning
Een eerste inschatting van de kosten voor de kerncentrales ligt tussen de €20 en €30 miljard. Deze geschatte kosten (bandbreedte) komen overeen met de kostenindicaties van kernenergieprojecten in andere Europese landen. De bandbreedte is inclusief de kosten die nodig zijn om de locatie klaar te maken voor de bouw, infrastructuur aan te leggen en exclusief rente.
De uiteindelijke kosten zijn nog van veel factoren afhankelijk, zoals welke bouwer en welke locatie gekozen zullen worden. Na keuzes over ontwerp (leverancier) en locatie wordt de bandbreedte minder onzeker. Definitief beeld ontstaat na onderhandelingen met de voorkeursleverancier. Ook de bouwtijd van de kerncentrales kent nog een grote mate van onzekerheid. De onafhankelijke partij van de TPR geeft aan dat eind jaren '30 op zijn vroegst haalbaar lijkt.
Langer openhouden van kerncentrale Borssele
Het kabinet wil dat de bestaande kerncentrale in Borssele langer openblijft. Daarvoor is een aanpassing van de Kernenergiewet nodig. Een wetsvoorstel daarvoor is eerder al openbaar gemaakt (ter inzage gelegd) en iedereen kon hierop reageren. Als laatste stap vraagt het kabinet nu het advies aan de Raad van State over het wetsvoorstel om het daarna naar verwachting na de zomer aan te bieden aan de Tweede Kamer. De wet kan pas in werking treden als de Tweede Kamer ermee akkoord gaat.
Meer informatie
Voor meer informatie en de laatste updates over de voortgang van de kerncentrales 3 & 4 en over het oprichten van een nieuw bedrijf, Nucleaire Energie Organisatie Nederland (NEO NL), kunt u de Kamerbrief lezen. Kijk ook regelmatig op overkernergie.nl voor nieuwe berichten over de voortgang van dit project.